Interview met Carolyt Koops: De moeder van Erasmus, over Zotte Zaterdag in Gouda
Sinds het allereerste Zotte Zaterdag-festival in Gouda speelt Carolyt Koops de rol van Margaretha, de moeder van Erasmus. Wat vindt Carolyt van het historische festival?
Sinds de eerste Zotte Zaterdag kruip je in de huid van Margaretha.
”Al vanaf de allereerste editie speel ik Margaretha, de moeder van Erasmus. Dat gaat soms verder dan alleen het festival. Soms fiets ik door de stad en dan hoor ik soms opeens iemand roepen: ‘Daar fietst de moeder van Erasmus! Als zijn moeder ken ik Erasmus natuurlijk door en door. Er is altijd twijfel geweest over waar hij precies is geboren, maar ik kan het je vertellen: hij is hier in Gouda geboren.
Hoe past haar verhaal in dit festival?
Margaretha kwam uit Zevenbergen. Haar vader was chirurgijn en haar moeder kon lezen en schrijven in het Latijn. Ze wilde altijd al naar het Margarethaklooster in Gouda om tussen de boeken te leven, maar werd niet toegelaten. Haar verhaal raakt aan het leven van Erasmus, en via haar vertel ik ook zijn verhaal.
Wat vind je daarvan?
Wist je dat Erasmus humor in zijn naam verstopte? Hij noemde zichzelf Erasmus Desiderius Roterodamus. Dat ‘Roterodamus’ – was vooral een geintje van hem. In de middeleeuwen was Rotterdam een stuk kleiner en minder belangrijk dan Gouda. Maar of hij nu in Gouda of Rotterdam is geboren, dat maakt niet eens zoveel uit. Het belangrijkste is dat hij hier opgroeide en hier leerde lezen en schrijven. Erasmus wilde de wereld zien, en dat heeft hij ook gedaan. Ik weet zeker dat hij nu met een smartphone zou rondlopen, de hele dag op social media, en altijd op zoek naar het nieuwste van het nieuwste. Net als toen met de boekdrukkunst.
Heb je een favoriete uitspraak van Erasmus?
Ja, dat is: ‘Leer mensen niet wát ze moeten denken, maar dát ze moeten denken.’ Hij moedigt ons aan om zelf na te denken en niet zomaar te volgen wat anderen zeggen. Dat is nog steeds ontzettend actueel, toch? Vaak zijn we zo druk bezig om ons gelijk te halen, dat we vergeten naar elkaar te luisteren. Erasmus vond het belangrijk om te blijven praten en echt te luisteren naar elkaar.
Was Erasmus ook iemand die zich bemoeide met het dagelijkse leven?
Absoluut. Wist je dat hij ook veel ideeën had over opvoeding? Hij sprak vaak met de scholieren van de Latijnse school en schreef zelfs boekjes over manieren. Zoals dat je je handen moet wassen voor het eten of dat je niet zomaar met je mes in een stuk vlees moet steken en het afkluiven – en vooral niet je neus snuiten in het tafellaken!
Zotte Zaterdag draait om historie en plezier. Wat mogen we niet missen?
Dit jaar ga ik op pad met maar liefst vier Erasmussen! Tussen 13 en 15 uur duiken we op meerdere plekken in de binnenstad op. Eén zit, één staat, één loopt en één denkt – vier houdingen waarin hij vaak is afgebeeld. Ik ga met ze in gesprek, steeds nieuwsgierig en met humor. De Parade is het hoogtepunt van Zotte Zaterdag! Natuurlijk zie je me daarin meelopen, samen met mijn ‘zonen’ – het is een zotte optocht vol plezier, muziek en geschiedenis. Sla het Stadhuis niet over, daar gaat het over lezen, schrijven, boekdrukkunst. En ik zou zeggen, kom naar de Sint-Janskerk waar je mij vaak kunt vinden. Je kunt me alles over Erasmus vragen.
Waarom is Zotte Zaterdag zo speciaal voor Gouda?
Gouda draaide lang om drie dingen: water, kaas en kaarsen. Maar sinds we in Gouda meer aandacht aan Erasmus zijn gaan besteden is er een Erasmusroute, een speciaal Erasmus-biertje, en zijn er speciale activiteiten voor kinderen. En vieren we Zotte Zaterdag.
Het beeld van Erasmus, dat eerst wat verstopt stond achter de Agnietenkapel, kreeg dankzij inspanningen van het Erasmusgenootschap Gouda een prominente plek, achter de Sint-Janskerk. Zotte Zaterdag verbindt ons met ons rijke erfgoed als stad en brengt je terug naar 1511, het jaar dat ‘Lof der Zotheid’ voor het eerst werd gedrukt. Het festival laat je op een speelse manier nadenken over de tijd waarin we leven.
Wat zou Erasmus van onze tijd vinden?
Ik denk dat hij een echte omdenker zou zijn, net als toen. Hij wist altijd wanneer hij moest vertrekken als zijn kritiek te veel weerstand opriep. En als er ruzie was, bijvoorbeeld over land, zou hij zeggen: ‘Geef het aan de ander en ga het gesprek aan om samen een oplossing te vinden.’ Hij was een heel bijzonder mens.